Hoe hebben de bewoners van De Baarsjes de Bevrijding meegemaakt? Wat kunnen ze er zich van herinneren?

Netty Buijse-Perk (1930) is op het moment van de Bevrijding in Friesland bij een gezin ondergebracht. Ze krijgt een brief van haar oudere zus, die in geuren en kleuren vertelt over haar belevenissen in de dagen rond de Bevrijding in Amsterdam. Netty leest eruit voor. Henk Sorgdrager (1923) is als dwangarbeider in Duitsland werkzaam als de Geallieerden daar door de straten trekken. Huub Liebrand (1934) herinnert zich de intocht van de Canadezen op de hoek Hoofdweg/Postjesweg. Guus Luijters (1943) herinnert zich eveneens de Canadezen, net als Joop Bongers (1935).

Na de Bevrijding zijn er de bevrijdingsfeesten voor de kinderen. De ouders van Joop waren actief betrokken bij de bevrijdingsfeesten op het Columbusplein.

Maar na de Bevrijding wordt ook duidelijk hoeveel Joden er zijn afgevoerd tijdens de oorlog. In de stad is een leegte ontstaan. Guus weet nog hoe hij, achterop de fiets bij zijn vader, door de voormalige Jodenbuurt reed en dat het hem opviel dat daar niemand was. Hij vraagt zijn vader: “Waar is iedereen?” En zijn vader antwoordt: “Weg. Iedereen is weg.”

Gevraagd naar de betekenis van het woord ‘vrijheid’, memoreert Netty aan een gesprek met een Duitse soldaat. Hij wilde de oorlog ook niet, maar hij moest. Joop is stellig, vrijheid is voor hem dat je niets móet. Huub benadrukt de vrijheid van meningsuiting, maar met een kanttekening.

Deze film is gemaakt ter gelegenheid van Dodenherdenking 2020. Nieuwsgierig naar andere films over de oorlog en De Baarsjes?
Klik dan hier.