Mozes Goubitz is onderwijzer op de Corantijnschool in De Baarsjes, Amsterdam-West, als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Op last van de Duitsers wordt hij daar in maart 1941 ontslagen, als onderdeel van de anti-Joodse maatregelen.
In september kondigt de Duitse bezetter een nieuwe maatregel af om Joden verder te isoleren. Joodse kinderen mogen niet langer onderwijs volgen op reguliere scholen. Ze krijgen eigen Joodse scholen. In Amsterdam West wordt in de Cliffordstraat de 14e Joodse school opgericht met Mozes Goubitz als hoofd van deze school.
In de zomer van 1942 duikt Mozes Goubitz onder. Het is zijn redding, hij overleeft zo de oorlog. Na de Bevrijding keert hij terug naar de Postjesbuurt en naar de Corantijnschool waar hij zijn taken als onderwijzer weer oppakt.