Manna Valenkamp vertelt over haar ouders, Bep en Harmanus Valenkamp. Die hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog een Duitse communist (KPD’er) als onderduiker in huis. Wanneer op 23 april 1943 de Gestapo hun woning in de Orteliusstraat in de Amsterdamse Baarsjes binnenvalt, weet de KPD’er te ontkomen. Maar de Gestapo pakt Bep en Harmanus op. Hun 5-jarige zoontje blijft achter, waarna een buurvrouw hem onderbrengt bij zijn opa op de Hoofdweg.
Bep en Harmanus Valenkamp zijn niet de enigen die de Gestapo die dag arresteert. Zo’n zestien anderen verliezen hun vrijheid, onder wie de zus van Bep en haar man, die Erich Gentsch, een belangrijke KPD’er, verborgen hielden. Na de arrestatie zit het echtpaar in verschillende kampen en gevangenissen, in Nederland en Duitsland.
Vroeger spraken de ouders en kinderen van de familie Valenkamp aan tafel best vaak over de Tweede Wereldoorlog. Hun dochter Manna wist dus dat haar ouders in Vught, Scheveningen en Düsseldorf hebben gezeten. Toch heeft ze haar ouders nooit gevraagd: “Hoe was het nu echt?”
Haar vader en moeder zijn inmiddels overleden. Gelukkig zijn hun brieven uit de oorlogsjaren bewaard gebleven. Ook een notitieboekje waarin Bep allerlei data en plaatsen heeft genoteerd, is er nog. Daarnaast vindt Manna documenten in allerlei archieven en voert ze gesprekken met ooggetuigen en kennissen van haar ouders. Zo probeert ze alsnog antwoord te krijgen op die ene vraag.
Deze film over het rode verzet is gemaakt voor het programma rond de Dodenherdenking 2025 in De Baarsjes. Films uit eerdere jaren vindt u hier.
